Wat een aandeel van een beursgenoteerd bedrijf kost, zie je meteen als je gaat beleggen op de beurs. De prijs van een aandeel komt tot stand door de markt van vraag en aanbod. Een aandeel kan daarbij onder- of overgewaardeerd zijn, wat uiteraard invloed zal hebben op de beleggingsbeslissing. Veel informatie is vrij beschikbaar, waardoor beleggers een gefundeerde beslissing kunnen nemen. Bij een niet-beursgenoteerd bedrijf is het minder eenvoudig om te weten wat een aandeel kost of waard is. Er is geen openbare markt waarin de aandelen van deze bedrijven worden verhandeld en dus is de waarde niet direct zichtbaar. Bovendien kan de financiële informatie van deze bedrijven moeilijker te verkrijgen zijn. We lichten toe hoe dit werkt.
Belang van waardebepaling bij niet-beursgenoteerde bedrijven
Het kennen van de waarde van een niet-beursgenoteerd bedrijf kan om verschillende redenen belangrijk zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een overname of bij de verkoop van een bedrijf. Dan helpt een goede waardebepaling bij het bepalen van een eerlijke verkoopprijs. Daarnaast kan het inzicht geven in de financiële gezondheid van het bedrijf, wat belangrijk is voor zowel eigenaren als potentiële investeerders of kredietverschaffers. Verder kan het nuttig zijn voor belastingdoeleinden, bij aandeelhoudersgeschillen, bij een echtscheiding of bij juridische procedures.
De DCF-methode
De DCF-methode (discounted cash flow) is een veelgebruikte methode voor het waarderen van niet-beursgenoteerde bedrijven. Deze methode berekent de waarde op basis van de toekomstige vrije kasstromen die het bedrijf zal genereren. Het idee is dat het bedrijf vandaag de som waard is van alle toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen een bepaalde rentevoet.
Waarde berekenen via de multiplemethode
De multiplemethode is een andere populaire waarderingsmethode. Het houdt in dat het bedrijf wordt gewaardeerd op basis van een meervoud van een bepaalde financiële maatstaf, bijvoorbeeld de EBITDA (Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortisation). Bij de multiplemethode is het belangrijk om te weten welke multiple moet worden toegepast. Verschillende sectoren hebben eigen multiples. Via statistische modellen en gegevens van vergelijkbare overnames kan er een geschikte multiple worden bepaald. Over het algemeen is deze methode minder geschikt voor innovatieve bedrijven die actief zijn in sectoren waarover nog maar weinig overname-informatie beschikbaar is.
Complexiteit van de reële-optieanalyse
Een derde methode waar je misschien al van hebt gehoord, is de reële-optieanalyse. Het is net als de DCF-methode gebaseerd op de cashflow, maar in de plaats van DCF-modellen maakt men gebruik van optiewaarderingsmodellen. In de praktijk wordt dit zo goed als nooit toegepast voor de waardering van een volledige onderneming, maar eerder bij investeringsmogelijkheden met optie-achtige kenmerken. Toch kan het belangrijk zijn bij overnamebeslissingen.
Bij de reële-optieanalyse in een bedrijfsovername wordt bijvoorbeeld de waarde van de optie om in de toekomst strategische beslissingen te nemen, zoals uitbreiding of inkrimping, in de totale bedrijfswaardering opgenomen. Dit betekent dat er niet alleen naar de huidige waarde van het bedrijf wordt gekeken, maar ook naar de mogelijke toekomstige waarde die door deze flexibele beslissingen kan worden gerealiseerd. Het klinkt complex en wees maar zeker: dat is het ook. Er is nu eenmaal een reden waarom er consultants zijn en waarom veel bedrijven hulp inschakelen bij het waarderen en overnemen van een onderneming.